Taal is meer dan een communicatiemiddel; het is een symbool van culturele eigenheid. In een land als België, en een regio als Vlaanderen, behoeft dit geen verdere uitleg. Ook tweetaligheid is, en was, een identitair kenmerk. Meertaligheid toont namelijk de verbondenheid met twee of meer culturen en in de Klassieke Oudheid was dit niet anders. Er zijn echter geen mondelinge getuigenissen uit die periode, waardoor we ons moeten richten op geschreven bronnen. Grafschriften vormen de ideale bronnen om hier meer over te weten, aangezien ze bij uitstek de identiteit van de overledenen uitdrukten. Het was immers datgene waarmee zij herinnerd zouden worden.
Leemte in het onderzoek
De voorbije decennia is het onderzoek naar antieke tweetalige grafinscripties nogal beperkt van aard gebleken. Binnen het onderzoeksveld heeft men zich voornamelijk op de Latijnse tweetaligheid gefocust. Om deze reden heb ik in het academiejaar 2023-2024 in mijn masterproef onderzoek gedaan naar de Griekse, niet-Latijnse tweetalige grafschriften.[1] Ik heb meer bepaald onderzocht op welke manier taal, tekst en onomastiek de identiteitsbeleving van de overledenen bepaalden. Ik heb onder meer gekeken naar posities van de talen op de grafschriften, alsook hun lengte en inhoud om zo meer te weten te komen over de identiteit van de overledenen. Daarnaast heb ik ook de etymologie van de eigennamen onderzocht. Zo wordt er antwoord geboden op een vraag als “Hadden de overledenen voornamelijk Griekse namen of niet?”. Dit vertelt ons meer over de identiteitsbeleving van de overledenen.
Van Palmyra tot Egypte
De antieke grafinscripties die hier in de schijnwerpers zullen staan zijn voornamelijk afkomstig uit het Griekstalige oosten. Het grootste deel hiervan zijn Grieks-Palmyreens, uit de bekende Syrische karavaanstad Palmyra. Zij worden kwantitatief op de voet gevolgd door de Grieks-Hebreeuwse grafschriften. Zij komen zowel uit het antieke Judea als uit de Joodse catacomben van Rome en Italië. Daarna volgen de Grieks-Frygische epitafen, afkomstig uit Centraal-Anatolië. De Grieks-Koptische en Grieks-Demotische grafschriften sluiten de top 5 af, allebei uit Egypte, zij het geschreven in een ander stadium van de Egyptische taal. We spreken hier over 305 grafinscripties in totaal. Er zijn nog tal van andere Griekse, niet-Latijnse tweetalige grafschriften, maar hun aantallen zijn te klein en ze zijn te slecht gedocumenteerd om er betekenisvol onderzoek naar te doen. Chronologisch zijn de 305 tweetalige grafinscripties voornamelijk te situeren in de 3de eeuw v.C. en in de 2de eeuw n.C.
Schijfdiagram van het aantal Griekse tweetalige grafinscripties, opgedeeld per taal
Grieks boven!
De keuze van welke taal eerst kwam, alsook de lengte van de teksten en de inhoud ervan bepalen welke identiteit de overledenen of hun nabestaanden wilden uitdrukken via de grafschriften. Daarom heb ik de relatieve positie van de teksten/talen, de lengte en inhoud van elke tekst onderzocht, per grafschrift.
Ik heb een eigen databank gemaakt op basis van de Trismegistos-database, waarin ik voor elk grafschrift drie dingen heb vastgelegd: de positie van de tekst, hoe lang de tekst is, en wat erin staat. De gegevens zijn per taal gegroepeerd. Om het overzicht te bewaren is alles in tabellen gegoten.[2]
[1. Positie – Grieks met:]
| Grieks Boven | Grieks Onder | Naast Elkaar | Grieks
Midden |
Andere Taal Midden | Onbepaald | |
| Palmyreens | 80,6% | 11,1% | 8,3% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
| Hebreeuws | 52,2% | 23,2% | 5,8% | 2,9% | 2,9% | 13,0% |
| Frygisch | 81,8% | 7,6% | 1,5% | 0,0% | 9,1% | 0,0% |
| Koptisch | 47,5% | 22,0% | 5,1% | 10,2% | 8,5% | 3,4% |
| Demotisch | 15,4% | 43,6% | 7,7% | 5,1% | 0,0% | 28,2% |
| Totaal % | 59,7% | 20,0% | 6,2% | 3,3% | 4,3% | 7,2% |
Nathan Van Hoof Hoefnagels, Onuitgegeven masterproef, KU Leuven, 2024, 20.
Bovenstaande tabel toont aan dat in een meerderheid van de gevallen het Grieks boven de andere taal staat geschreven op een grafschrift. De Grieks-Demotische grafschriften vormen de uitzondering die de regel bevestigen. Dit lijkt er dus op te wijzen dat het Grieks een belangrijkere status aannam dan de lokale taal. Er zijn wel onderlinge verschillen op te merken: zo staat het Grieks zéér vaak bovenaan een Grieks-Frygische inscriptie, maar is dat bij de Grieks-Koptische grafinscripties veel minder het geval. Soms is het echter niet duidelijk wat de positie van de talen juist is, vandaar de laatste kolom genaamd “Onbepaald”. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de slechte staat van de inscriptie of een onduidelijke teksteditie, waarbij de positie van de teksten niet wordt aangegeven.
Alle talen zijn gelijk, maar sommige…
[2. Hoeveelheid – Grieks met:]
| Evenveel lijnen | Grieks > Andere taal | Grieks < Andere taal | Onbepaald | |
| Palmyreens | 48,6% | 25,0% | 12,5% | 13,9% |
| Hebreeuws | 24,6% | 56,5% | 14,5% | 4,3% |
| Frygisch | 33,3% | 34,8% | 12,1% | 19,7% |
| Koptisch | 28,8% | 23,7% | 42,4% | 5,1% |
| Demotisch | 18% | 7,7% | 51,3% | 23,1% |
| Totaal % | 32,1% | 31,8% | 23,9% | 12,1% |
Nathan Van Hoof Hoefnagels, Onuitgegeven masterproef, KU Leuven, 2024, 21
Ongeveer 1/3de van de grafschriften in de tabel combineert evenveel Grieks met een andere taal, bijna evenveel grafschriften bevatten meer Grieks. Minder dan een kwart van de grafinscripties bevat meer niet-Griekse tekst dan Griekse tekst. Opnieuw zijn het de Grieks-Demotische en in dit geval ook de Grieks-Koptische grafschriften die hier de uitzondering vormen op de rest. Vanwege de slechte staat van sommige grafinscripties, of omwille van andere redenen, is het in 12% van de gevallen niet duidelijk welke taal nu dominant is.
Wat wordt er precies gezegd?
[3. Inhoud – Taal:]
| ID in Grieks | ID in andere taal | Religieuze inhoud in Grieks[3] | Religieuze inhoud in and. taal[4] | Spreuk in Grieks | Spreuk in and. taal | |
| Gr.-Palmyr. | 95,8% | 97,2% | 0,0% | 0,0% | 5,6% | 11,1% |
| Gr.-Hebr. | 95,7% | 56,5% | 0,0% | 0,0% | 7,2% | 42,0% |
| Gr.-Fryg. | 97,0% | 1,5% | 4,6% | 0,0% | 12,1% | 100,0% |
| Gr.-Kopt. | 11,9% | 66,1% | 22,0% | 23,7% | 66,1% | 10,2% |
| Gr.-Demot. | 89,7% | 64,1% | 0,0% | 43,6% | 2,6% | 10,3% |
| Tot. | 241 | 174 | 16 | 31 | 57 | 113 |
Nathan Van Hoof Hoefnagels, Onuitgegeven masterproef, KU Leuven, 2024, 22
Dankzij de tabel hierboven kunnen we ook zien dat de Griekse taal vaak de overledene identificeert. Dat is in de niet-Griekse talen toch minder het geval. Deze talen worden eerder gebruikt om bepaalde (funeraire) spreuken, formules of religieuze inhoud over te brengen. De Grieks-Koptische grafschriften vormen hierop een uitzondering. De percentages overlappen hier omdat een tekst uiteraard meerdere inhoudelijke zaken kan bevatten.
Op basis van deze drie factoren kunnen we stellen dat de Griekse taal toch een zekere overmacht had op tweetalige grafschriften ten opzichte van de lokale talen. Al zijn er hier en daar uitzonderingen, voornamelijk terug te vinden op de Egyptische grafschriften.
Beroepstrots tot in de kist
Een tweetalige Grieks-Palmyreens funerair reliëf van Marcus (een kolonist uit Berytos)
James Noel Adams toont aan in zijn Bilingualism and the Latin Language dat in Latijnse tweetalige grafschriften de beroepsidentiteit van de overledene wordt benadrukt door middel van de taal. Hetzelfde is terug te vinden bij de Griekse tegenhangers. Zo is er een hiërogliefensnijder genaamd Besas die, naast Grieks, ook hiërogliefen op zijn grafschrift heeft staan [TM 52806]. Ongetwijfeld heeft Besas deze hiërogliefen er op laten zetten omwille van zijn beroep.
Het omgekeerde zien we echter ook: zo zijn er de grafschriften van een Grieks-Hebreeuwse leraar [TM 876393] en een Grieks-Palmyreense dokter [TM 829352] die de respectievelijke beroepen expliciet in het Grieks vermelden, maar niet in de lokale taal. Misschien was de leerkracht gespecialiseerd in Grieks onderricht? Adams merkte op dat ook Grieks-Latijnse grafschriften het beroep van dokter vermelden in de Griekse taal.
Naam en faam
Om meer te weten te komen over de identiteitsbeleving van overledenen moet er natuurlijk ook naar de namen en identificatie van die mensen gekeken worden. De etymologie van de naam van de overledene is natuurlijk een belangrijke factor om meer te weten te komen over de achtergrond en identiteit van de persoon. Iemand met een Griekse naam zal misschien wel eerder een band hebben met de Griekse cultuur dan met de lokale cultuur.
Deze dataset is groter dan die van het eerste deel, aangezien eigennamen vaak duidelijker zijn terug te vinden in de tekstedities dan de exacte positie van teksten of de exacte lengte van die teksten. Daarom worden ook Grieks-Nabatese, -Aramese, en -Fenicische grafschriften gebruikt voor dit onderdeel. Die opschriften komen voornamelijk uit het huidige Libanon en Israël/Palestina.
Deze resultaten werden opnieuw per taal gesorteerd en vervolgens in overzichtelijke tabellen gegoten.
[4. Etymologie – Grieks met:]
| Grieks | Andere | Latijn | Beide | Onbekend | |
| Palmyreens | 13,9% | 68,4% | 16,1% | 0% | 1,5% |
| Frygisch | 46,4% | 28,9% | 17,5% | 0% | 7,2% |
| Hebreeuws | 27,3% | 58,5% | 13% | 0% | 1,3% |
| Koptisch | 36,1% | 61,1% | 0% | 0% | 2,8% |
| Demotisch | 37,5% | 50% | 0% | 6,3% | 6,3% |
| Hiërogliefisch | 40% | 50% | 0% | 10% | 0% |
| Nabatees | 16,7% | 66,7% | 0% | 8,3% | 8,3% |
| Aramees | 9,1% | 81,8% | 9,1% | 0% | 0% |
| Fenicisch | 47,4% | 52,6% | 0% | 0% | 0% |
| Totaal % | 29,5% | 54,9% | 11,3% | 1,1% | 3,2% |
Nathan Van Hoof Hoefnagels, Onuitgegeven masterproef, KU Leuven, 2024, 47
Deze tabel toont de linguïstische etymologie van de namen op de grafschriften. In totaal beschikken we over 432 namen. Op sommige grafinscripties staan namelijk meerdere namen, hetzij omdat er meerdere personen in één graf waren begraven, hetzij omdat de persoon in kwestie met meerdere namen bekend was. De categorie ‘Andere’ slaat op een niet-Griekse, niet-Latijnse naam vaak afkomstig uit de lokale taal van het grafschrift, maar niet altijd. ‘Beide’ wilt zeggen dat de naam bestaat uit twee onderdelen, elk afkomstig uit een andere taal. Het is duidelijk dat over het algemeen één soort etymologie overheerst, namelijk die van de lokale taal. De Grieks-Frygische grafschriften uit Centraal-Anatolië vormen echter de uitzondering: bijna de helft van die namen zijn van Griekse origine. De verdeling die te zien is tussen de verschillende regio’s is heel interessant. Meer dan 2/3de van de grafschriften uit Palmyra draagt een Palmyreense naam, terwijl slechts de helft van de Egyptische grafschriften een Egyptische naam bevat. De etymologie van een naam is uiteraard niet altijd bekend.
Identiteit achter de naam
Tweetalig grafschrift Latijn-Palmyreens van een vrijgelatene met meer identificatie-elementen (zoals de naam van haar echtgenoot) enkel in het Latijn
Naast namen vermelden de grafschriften ook vaak andere identificatie-elementen. In de Oudheid bestonden er namelijk geen achternamen zoals wij die kennen. Op een grafschrift moest men zich dus op andere manieren differentiëren van mensen met dezelfde voornaam. Daarom werd vaak de naam van de vader toegevoegd achter die van de dode, als patroniem (bijvoorbeeld Thaimarsas, zoon van Zabdaathes [TM 831060], zie ook de website van Virtual Museum of Syria voor een afbeelding en meer context). In sommige gevallen was dit de naam van de moeder, een metroniem. Om iemand nog specifieker te identificeren werd vaak ook de naam van de grootvader, overgrootvader, enzovoort toegevoegd. Daarbovenop werden nog andere identificatie-elementen gebruikt: woonplaats, echtgeno(o)t(e), clan of beroep.
Ik heb niet in kaart gebracht welke identificatie-elementen er werden gebruikt, maar wel hoeveel, en of die hoeveelheid dezelfde was in beide talen. Iemand die immers heel uitgebreid geïdentificeerd wordt in de lokale taal en slechts zeer kort in het Grieks, voelde zich waarschijnlijk eerder verbonden met de lokale cultuur dan de Griekse.
[5. ID-elementen: – Grieks met:]
| ID-elementen in Grieks | ID-elementen in Andere taal | Langer? | |
| Palmyreens | 3,08 | 3,41 | Andere taal |
| Frygisch | 1,23 | / | / |
| Hebreeuws | 1,84 | 1,39 | Grieks |
| Koptisch | 2,89 | 1,5 | Grieks |
| Demotisch | 2,06 | 2,36 | Andere taal |
| Hiërogliefisch | 2,69 | 2,75 | Andere taal |
| Nabatees | 1,91 | 2,33 | Andere taal |
| Aramees | 2,67 | 2,6 | Grieks |
| Fenicisch | 2,6 | 3,1 | Andere taal |
| Totaalgemiddelde | 2,19 | 2,62 | Andere taal |
Nathan Van Hoof Hoefnagels, Onuitgegeven masterproef, KU Leuven, 2024, 48
Deze tabel toont het gemiddeld aantal identificatie-elementen per overledene per taal. Voor het Grieks is hier gekeken naar de 241 Griekse teksten die iemand identificeren en voor de lokale taal naar de 174 teksten (zie tabel 3). Het betreft hier dus niet grafschriften waarbij beide teksten de overledene identificeren. Het totaal toont aan dat de overledenen in het algemeen uitgebreider in de lokale taal werden bekendgemaakt dan in het Grieks. Er zijn wel uitzonderingen, namelijk de Grieks-Hebreeuwse, -Koptische, en -Aramese teksten. Daarnaast is het ook interessant om de verschillen te zien tussen de talen. Over het algemeen identificeren de Grieks-Palmyreense grafinscripties de overledene uitvoeriger, met gemiddeld meer dan drie elementen, dan hun Grieks-Hebreeuwse tegenhangers, met gemiddeld minder dan twee elementen.
Genderongelijkheid tot de dood
Er zijn ook opvallende verschillen op te merken tussen de identificatie van mannen en van vrouwen op de grafstenen. Mannen werden over het algemeen uitgebreider genoemd dan vrouwen, met meer elementen. Vrouwen moesten zich vaak tevredenstellen met twee identificatie-elementen of minder, terwijl de mannen er vaak meer dan twee hadden. De talige afkomst van de vrouwennamen en de mannennamen verschilt echter weinig van elkaar. In de helft van de gevallen worden de namen van de vrouwen enkel genoemd in de Griekse tekst. Mannen worden dan weer in 2/3de van de gevallen in beide talen bekendgemaakt.
Conclusie
Er kan besloten worden dat het beeld niet éénduidig is inzake de identiteitsbeleving van overledenen met tweetalige grafschriften. Op basis van de positie van de teksten, de lengte en de inhoud zou je denken dat over het algemeen de Griekse identiteit de overhand heeft. Als we echter kijken naar de namen en de lengte van identificatie van de overledenen zien we een dominantie van de lokale talen. Dit is net het mooie aan deze grafinscripties, namelijk dat de twee culturen en talen, lokaal én Grieks, hand in hand gaan. Het is dus duidelijk dat deze overledenen een hybride identiteitsbeleving hadden, waarbij hun lokale wortels werden gecombineerd met de dominante Griekse cultuur.
Meer lezen
Adams, James Noel. Bilingualism and the Latin language. Cambridge: Cambridge University Press, 2003.
Adams, James Noel en Janse, Mark en Simon Swain, reds. Bilingualism in Ancient Society: Language Contact and the Written Text: 1-23. Oxford: Oxford University Press, 2002.
Van Hoof Hoefnagels, Nathan. ‘ἐν םולש ἡ κοίμησις: Een studie naar identiteitsbeleving o.b.v. Griekse tweetalige grafinscripties’. Onuitgegeven masterproef, KU Leuven, 2024.
Van Hoof Hoefnagels, Nathan. “ἐν שלום ἡ κοίμησις. Identiteit van overledenen in Griekse tweetalige grafinscripties.” Poster gepresenteerd op de Masterproefpresentaties 2023-2024.
[1] Enkele drietalige inscripties met aanwezigheid van Latijn (naast het Grieks en een andere taal) werden ook onderzocht, maar de Latijnse teksten werden genegeerd voor dit onderzoek.
[2] Bij alle tabellen wijkt het opgetelde totaalpercentage af van 100% vanwege afrondingen
[3] Exclusief religieuze spreuken
[4] Exclusief religieuze spreuken
Coverafbeelding: Een drietalig grafschrift (Latijn-Grieks-Hebreeuws) uit Tortosa, Spanje, 6de-7de eeuw n.C. Interessant detail is de gravering van een menora en een Davidster [TM 233098], afkomstig uit de databank Hesperia (CC BY-NC 3.0)
[De auteur wil Michiel D’huyvetters en Stef Janssens bedanken voor het proeflezen.]




RSS - berichten