Iedereen weet wie Aristoteles was, maar de geschiedenis van zijn Peripatetische School, na zijn dood, is minder bekend. Zoals ook het geval was met Plato en zijn Academie, lijkt geen van Aristoteles’ leerlingen – denk bijvoorbeeld aan Theophrastus, Eudemus of Strato – dezelfde talenten te hebben gehad als de meester of een vergelijkbare invloed te hebben uitgeoefend op de latere traditie. Het zou echter onterecht zijn deze figuren te onderschatten. Hun onderzoek zette dat van Aristoteles immers voort op verschillende kennisgebieden, van de filosofie tot de filosofie en van de zoölogie tot de biografie.
Wie was Hieronymus?
Hieronymus, over wie het hier zal gaan, is een van de vele obscure peripatetici die leefden in de Hellenistische periode. Hij was afkomstig uit Rhodos en leefde in de 3de eeuw v.C., voornamelijk in Athene. Er is weinig geweten over zijn leven en bovendien is zijn werk verloren gegaan met uitzondering van zo’n 70 ‘fragmenten’: letterlijke citaten en parafrases uit zijn literaire productie in de werken van latere auteurs van wie de werken wel bewaard zijn gebleven in de Middeleeuwse manuscripten of antieke papyri. Hoewel vandaag nauwelijks nog iemand hem kent, was Hieronymus toch een van de meest illustere peripatetische filosofen van zijn tijd en bleef zijn faam zelfs na zijn dood doorleven: Strabo (1ste eeuw v.C.- 1ste eeuw n.C.) rekende hem nog steeds tot de beroemde burgers van Rhodos; Cicero en Plutarchus vermeldden hem met appreciatie als filosoof; Dionysius van Halicarnassus (1ste eeuw v.C.) waardeerde hem als literair criticus.
Van Hieronymus zijn, in tegenstelling tot de grondlegger van de Peripatetische School, deze Aristoteles, geen afbeeldingen bewaard
In de fragmenten van Hieronymus vinden we de uitgebreide interesses weerspiegeld die de Peripatetische School al sinds Aristoteles kenmerkten. Zo zijn er heel wat filosofische fragmenten, waarin Hieronymus zich bezighoudt met de definitie van het hoogste goed en een theorie van de woede presenteert (lang voor de Stoïcijnse filosoof Seneca dit deed in zijn De ira). De meeste fragmenten gaan echter over andere onderwerpen: biografie, geschiedenis, mythologie, literatuur, filologie, eruditie, … Opvallend vaak neemt Hieronymus bepaalde standpunten in, die we elders in de traditie niet terugvinden. Van opmerkelijk belang zijn hierbij de mythologische fragmenten en de historisch-biografische fragmenten. Drie hiervan, die me bijzonder interessant lijken, wil ik hier onder de aandacht brengen.
De mythe van Tithonus
Een fragment van Hieronymus (F 46 White, in enkele commentaren op de ‘Ilias’ bewaard) gaat over de mythe van Eos (de godin van de dageraad) en Tithonus (een Trojaanse prins). De bekendste versie van de mythe, die heel waarschijnlijk ook de oorspronkelijke is en die al geattesteerd is in de Homerische ‘Hymne aan Aphrodite’, alsook bij Mimnermus en Sappho, gaat als volgt: Eos werd zo verliefd op Tithonus dat ze aan Zeus de onsterfelijkheid voor haar geliefde vroeg en verkreeg. Alles ging goed totdat Tithonus oud begon te worden. Eos was namelijk vergeten om naast onsterfelijkheid ook eeuwige jeugd aan Zeus te vragen. In het begin verjoeg Eos Tithonus uit het huwelijksbed, maar ze bleef voor hem zorgen. Toen Tithonus echter steeds ouder en zwakker werd, walgde Eos van hem en sloot hem op in een grot.
De mythe van Eos en Tithonus afgebeeld op een Attische roodfigurige ‘kylix’
Bij Hieronymus vinden we echter een ander einde van het verhaal. Toen Tithonus zo oud en zwak was geworden dat het leven voor hem ondraaglijk was geworden, vroeg hij Eos hem te doden om hem verdere pijn te besparen. De godin bedacht echter een list: ze veranderde hem in een cicade, zodat zij voor altijd zijn stem kon blijven horen. Deze versie van de mythe, met wat we een happy ending zouden kunnen beschouwen, is duidelijk het resultaat van een latere adaptatie en modificatie. In het begin gaf de mythe vooral uitdrukking aan de angst voor ouderdom en maakte het de onmogelijkheid voor een mens duidelijk om te kunnen genieten van de goddelijke privileges zoals eeuwige gezondheid en onsterfelijkheid. Een heel triest verhaal dus. In de door Hieronymus overgeleverde versie verklaart de mythe van Tithonus in plaats daarvan de oorsprong van het prachtige lied van de cicaden, waarin voor hem de stem van Tithonos en de liefde van Eos eeuwig voortleven. Het werd zo één van de vele etiologische verhalen die voornamelijk in de Hellenistische tijd heel populair waren, die vaak op traditionele mythes gebaseerd waren en deze op een aangename manier herwerkten.
Het uiterlijk van Herakles
Het verhaal van Tithonus is niet het enige geval waarin Hieronymus een bijzondere versie van een mythe bewaard heeft. In een ander fragment (F 44A White, overgeleverd door Clemens van Alexandrië, een christelijke auteur die leefde in de 2de eeuw .C.) geeft hij een zeer buitengewone beschrijving van Herakles, die wordt beschreven als “kort, met warrig haar en sterk”. Deze versie is erg vreemd, omdat Herakles over het algemeen heel anders wordt beschreven. Een collega van Hieronymus, de peripateticus Dicaearchus, noemde Herakles bijvoorbeeld “lang en slank” en “met lang haar”.
Herakles tegen Antaios op de Euphronius-krater uit het Louvre
Ook in andere bronnen werd Herakles helemaal niet als “kort” beschreven. Pythagoras had zijn lichaamslengte zelfs als uitzonderlijk lang berekend op basis van het feit dat zijn voeten, waarmee hij het stadion van Olympia had afgemeten, veel groter waren dan die van een gewone man. De enige parallel voor het verhaal van Hieronymus is te vinden bij de dichter Pindarus, waar Herakles wordt beschreven als “klein van gestalte” maar wel “onverwoestbaar van geest”. Ook het detail van het “warrige haar” is erg vreemd. Op vazen wordt Herakles meestal afgebeeld met heel net haar, in tegenstelling tot zijn barbaarse tegenstanders, zoals bijvoorbeeld op de beroemde Euphronius-krater in het Louvre.
Tegen de algemene traditie in zou Herakles, de zoon van Zeus van Alkmene, de held van de twaalf werken, volgens Hieronymus dus … een kort, gedrongen mannetje met ongekamd haar zijn geweest! Hieronymus’ beschrijving lijkt best negatief. Hoe kunnen we dit verklaren? Misschien heeft dit te maken met het ‘euhemerisme’, een stroming in de interpretatie van mythes die in de Hellenistische tijd wijdverspreid was en vooral door Euhemerus van Messene (4de eeuw v.C.) toegepast werd: volgens hem waren de goden slechts mensen die later vergoddelijkt werden. Als er dus een verband was tussen deze stroming en ons fragment, dan was de functie van de benadrukking van Herakles’ gebreken (of, als we het voorzichtiger willen formuleren, in ieder geval zijn onvolkomenheden) wellicht om zijn menselijke en sterfelijke oorsprong te onderstrepen en te “bewijzen”.
Het seksleven van Alexander de Grote
Hieronymus toonde dezelfde belangstelling voor uitzonderlijke en nauwelijks geattesteerde tradities ook in niet-mythologische fragmenten. Opmerkelijk is hier een fragment (F 30 White, bewaard door Athenaeus, een auteur die in de 2de eeuw n.C. leefde) over Alexander de Grote, waarin zonder enig bijkomend detail wordt beweerd dat Alexander er niet toe in staat was om seksuele relaties te hebben.
Deze bijzonderheid wordt voor het eerst vermeld in Hieronymus en heeft zo goed als geen invloed gehad op de overlevering over de koning. Nergens anders vinden we immers hetzelfde detail. Andere bronnen vermoeden dat Alexander wel eens homoseksueel zou kunnen zijn geweest. De daardoor veroorzaakte onmogelijkheid om kinderen te verwekken zou bijgevolg de basis kunnen vormen van ons verhaal. Zo staat bijvoorbeeld in een andere anekdote te lezen hoe Alexanders moeder Olympias zelfs probeerde de jonge Alexander naar bed te krijgen met de mooie Thessalische hetaere Kallixena, maar ze slaagde er niet in. Hieronymus’ kritiek lijkt echter van een andere strekking te zijn geweest. Hij zinspeelde misschien op erectiestoornissen die Alexander door overmatig wijngebruik af en toe gehad zou kunnen hebben. Hieronymus schreef namelijk ook een traktaat over dronkenschap en buitensporig drankgebruik, thema’s die vaak worden aangetroffen in de historiografie over Alexander. Het lijkt daarom een plausibele verklaring te zijn dat hij een verband legde tussen deze twee problemen van de koning.
De bekendste afbeelding van Alexander de Grote, een detail uit de Slag bij Issus, op een mozaïekvloer die momenteel in het museum van Napels te bezichtigen is
Het belang van Hieronymus’ overlevering
Hieronymus’ belangstelling voor zowel mythe als geschiedenis is op zich niet verrassend, ook omdat het onderscheid tussen mythe en geschiedenis in het Griekse denken niet zo vastomlijnd was. Wat wel opvalt, is het feit dat zijn naam in verband wordt gebracht met mythische en historische verhalen die zeer zeldzaam zijn in de overlevering. Dit kan deels te wijten zijn aan de latere overlevering, die zich toegespitst kan hebben op de meest uitzonderlijke aspecten in zijn werk. Dit lijkt echter niet de enige verklaring te zijn. Dergelijke obscure varianten van verhalen moeten inderdaad een rol hebben gespeeld in het werk van Hieronymus, ook al kunnen we niet meer achterhalen in welke mate.
We kunnen slechts betreuren dat Hieronymus’ werk bijna volledig verloren is gegaan en alleen bewaard is gebleven in fragmenten, die vaak obscuur, dubbelzinnig en moeilijk te begrijpen zijn. Toch geven deze fragmenten ons een idee van zijn mythologisch-historische studies. Zijn vaak bizarre en buitengewone versies verschaffen ons inzicht in wetenschappelijke en literaire debatten die we anders misschien niet zouden verwachten en waarvan ons de achterliggende redenen en de tendensen bij een eerste lectuur meestal ontgaan. Die zullen er echter wel vaak geweest zijn. Alleen de zorgvuldige studie van de fragmenten, de context waarin ze worden geciteerd of geparafraseerd en de parallelle traditie over elk onderwerp maken het mogelijk Hieronymus’ verhalen in hun context te plaatsen en hun betekenis te begrijpen, of op zijn minst enkele plausibele interpretaties te kunnen formuleren.
Verder lezen
De testimonia en fragmenten van Hieronymus van Rhodos zijn verzameld, vertaald en becommentarieerd door S.A. White in W.W. Fortenbaugh - S.A. White (reds.), Lyco of Troas and Hieronymus of Rhodes. Text, Translation, and Discussion, Londen/New York 2004. In dezelfde bundel kan men een aantal essays vinden die belangrijke aspecten van Hieronymus’ biografie, filosofie en werk bespreken.
Voor de haardracht van Herakles, vooral in de figuratieve kunsten, is nuttige lectuur E.A. Mackay, “The Hairstyle of Herakles,” in A.J. Clark - J. Gaunt (reds.), Essays in Honor of Dietrich von Bothmer, Amsterdam 2002, pp. 203-210.
Over het seksleven van Alexander de Grote en de bronnen hierover kan men de volgende studies lezen: D. Ogden, “Alexander’s Sex Life,” in W. Heckel – L. A. Tritle (eds.). Alexander the Great. A New History, Malden (Mass.)/Oxford/Chichester 2009, pp. 203–217 en S. Müller, “The Sexuality of the Argeads,” in K.R. Moore (red.), The Routledge Companion to the Reception of Ancient Greek and Roman Sexuality, Londen/New York 2023, pp. 212-228.
Coverafbeelding: de fresco ‘The School of Aristotle’, geschilderd door Gustav Adolph Spangenberg in de Maarten Luther Universiteit in Halle-Wittenberg, vanop Wikimedia (Public Domain)
[Deze tekst werd oorspronkelijk in het Italiaans geschreven. Een eerste Nederlandse versie werd door DeepL gemaakt die dan grondig herwerkt werd. De auteur wil Stefan Schorn bedanken voor zijn hulp en Ide François voor het proeflezen.]





RSS - berichten